The House of Exorcism – La Casa dell’esorcismo (1975)

Regie: Mario Bava | 87 minuten | horror | Acteurs: Robert Alda, Eduardo Fajardo, Sylva Koscina, Espartaco Santoni, Telly Savalas, Elke Sommer, Gabriele Tinti, Alida Valli, Alessio Orano, Kathy Leone, Eduardo Fajardo, Carmen Silva, Franz von Treuberg

Warrig, onsamenhangend, ranzig en goedkoop: zomaar wat woorden die te binnen schieten tijdens het bekijken van ‘The House of Exorcism’. Maar toch, toch blijf je gefascineerd kijken naar deze pulp. Vreemd maar stiekem toch wel heel leuk.

‘The House of Exorcism’ draait om Lisa Reiner (Sommer). Een blonde schone die een reisje door Italië maakt. Na het zien van een vreemde muurschildering begint ze plotseling te schuimbekken. Lisa is bezeten door een kwade entiteit. Er moet een priester aan te pas komen om haar te genezen. En wat heeft de kale lollyverslindende politieman Kojak (Savalles) met dit alles te maken?

Kojak in een horrorfilm? Nou ja, de vertolker van Kojak, Terry Savalles, dan. De beste man heeft een rol in deze obscure film en net als Kojak die hem beroemd maakte, speelt de kale acteur een lollyvreter die te kust en te keur zijn snoepverslaving tentoonstelt. Het zal je al snel duidelijk worden dat Savalles puur is aangetrokken om deze Italiaanse film wat meer naamsbekendheid te geven. De rol van de Amerikaanse ster is namelijk nogal fragmentarisch in het verhaal van de film verwerkt. En dat is niet zo raar.

Niet zo raar als je nagaat dat ‘The House of Exorcism’ eigenlijk uit twee films bestaat. Voordat de film in 1975 in de zalen draaide, was de prent al in een iets andere vorm te bekijken. Wat was het geval? Regisseur Mario Bava heeft zijn productie later wat aangepast. De reden was het succes van horrorklassieker ‘The Exorcist’ van William Friedkin uit 1973. Bava wilde ook wel eens een vette kaskraker uit zijn mouw schudden en om mee te liften op het succes van Friedkin besloot de Italiaanse cineast om wat elementen uit ‘The Exorcist’ te ‘lenen’.

Zo kent Bava’s productie in de herziene versie ook een erwtensoep-kots-scène, een gekwelde priester en een vuilbekkend, bezeten meisje. Om zich te onderscheiden van Friedkin, heeft Bava zijn gekopieerde ideetjes wat dikker aangezet. Zo wordt er meer (en nog goorder) gekotst en ook schuttingtaal komt frequenter aan bod. Heel leuk en aardig dat inhaken op ‘The Exorcist’, maar meneer Bava, de volgende keer moet u uw verhaal dan ook maar wat aanpassen. De haastig toegevoegde griezelscènes passen niet bij de rest van de film. Het gevolg is dat ‘The House of The Exorcist’ een chaotisch samengeraapt zootje is geworden.

Het begin van Bava’s film concentreert zich op het exorcisme-verhaal. We zien hoe Lisa bezeten wordt. Vervolgens springt de film regelmatig terug in de tijd om een plotlijntje rond een gestoorde familie en de duivel te vertellen. De overgangen tussen heden en verleden zijn nogal vaag en onduidelijk. Je kunt merken dat ‘The House of Exorcism’ feitelijk uit twee aparte films bestaat. Met een goede montage zou dat niet opvallen, maar de slordige manier van samenvoegen maakt het volgen van het verhaal er niet eenvoudiger op.

Naast een vaag plot kent Bava’s productie ook een povere cast. Op een paar sterke vertolkingen na, zijn de vertolkingen bedroevend. Sommer redt veel van de film dankzij haar krachtige vertolking van een bezeten meisje. En Savalles? Tja Savalles dioet gewoon wat ie goed kan: lolly’s eten en met zijn charismatische voorkomen wat stupide dialogen uitkramen. Niets bijzonders, maar wel vermakelijk.

Hoewel de film erg goedkoop oogt, is de soundtrack bijzonder sterk. De componist maakt gebruik van een echt orkest en de suspense wordt omhoog gestuwd door de beklemmende score. Vooral de eerste helft van de film is best spannend door de strakke muziek. Helaas zakt de film halverwege in door de slappe spanningsboog. Af en toe wordt het griezelgehalte wat opgefokt door met gore effecten als de erwtensoepscene op de proppen te komen.

Halverwege ‘The House of Exorcism’ heeft Bava ook maar wat erotiek in zijn film gestopt om de fans tevreden te houden. En net als zijn Italiaanse collega’s is Bava niet vies van seks in combinatie met geweld. De erotische lading van de film komt dan ook vies over en doet denken aan de pulpstrips uit de jaren 70 waarin horror met porno werd afgewisseld. Gelukkig wordt Bava’s film nooit tè expliciet.

Laat er geen misverstand over bestaan: deze film is pulp. De budgettekorten zijn overduidelijk terug te vinden in deze productie. Op de muziek na is geen enkel element echt goed verzorgd. Toch is dit vreemde product een leuke cultfilm. De verknipte montage en het vage verhaallijntje zijn (onbedoeld) grappig en cultfreaks zullen zeker kunnen genieten van dit broddelwerkje.

Frank v.d. Ven