The President (2014)
Regie: Mohsen Makhmalbaf | 119 minuten | drama | Acteurs: Misha Gomiashvili, Dachi Orvelashvili
De Arabische Lente bracht de nodige dictators in het Midden-Oosten en Noord-Afrika ten val en hoewel het er sindsdien alleen maar onrustiger op geworden is in die contreien, vormt dit tijdperk een bron van inspiratie voor schrijvers, kunstenaars en filmmakers. De Iraanse filmmaker Mohsen Makhmalbaf, die we kennen van zijn prijswinnende documentaires ‘Kandahar’ (2001) en ‘The Gardener’ (2012), stelt: “Revoluties breken het dunne laagje ijs dat over de maatschappij ligt, waardoor het geweld van onze oerinstincten vrijkomt.” Het bracht hem tot het maken van ‘The President’ (2014), een bijna twee uur durend relaas over een alleenheerser in een niet nader genoemde republiek die, nadat in zijn land een coup wordt gepleegd, met zijn zesjarige kleinzoon op de vlucht slaat. Voor Makhmalbaf, die al jaren in ballingschap leeft vanwege zijn politiek getinte werk, is film een methode om verandering teweeg te brengen: “We hebben goede films nodig om mensen over de hele wereld te informeren. Film is een vorm van onderwijs voor mensen in arme landen. Als iemand overlijdt door politiek geweld, dan gaat dat mij aan. En zolang mensen elkaar doden, kan ik mezelf geen kunstenaar noemen.”
Geen lichtzinnige kost dus, ‘The President’. Vanuit zijn ivoren toren kijkt hij (Misha Gomiashvili) uit over de hoofdstad. Zijn kleinzoon (Dachi Orvelashvili) wil graag met hem spelen en opa vat dat op zijn geheel eigen wijze op: hij laat zien dat hij met één telefoontje alle lichten in de stad kan laten doven en ook weer kan laten ontsteken. Dat gaat één keer goed, maar zodra de kleinzoon het zelf mag proberen gaan de lichten ineens niet meer aan: voor het eerst ervaart de president hoeveel weerstand zijn regime oproept onder het volk. Een coup blijkt aanstaande en de president zet zijn vrouw en kibbelende dochters op het vliegtuig om zichzelf in veiligheid te brengen. Zelf blijft hij achter om te redden wat er te redden valt, en omdat zijn kleinzoon graag bij hem wil zijn, blijft hij ook. Op de weg terug naar het presidentieel paleis blijkt echter dat de opstand al in volle gang is, want het wordt de chauffeur van de president onmogelijk gemaakt om doorgang te vinden. Als de limo op het platteland ineens zonder brandstof komt te zitten, slaat de ooit zo trouwe chauffeur in een onbewaakt ogenblik op de vlucht. Omdat zijn lijfwacht het eerder al heeft begeven, staan de president en zijn kleinzoon er alleen voor. Ze moeten undercover hun weg zien te banen naar de zee, waar ze hopen door een boot te worden opgepikt. Maar zie maar eens onherkenbaar en zonder kleerscheuren het land te doorkruisen als je beeltenis elk gebouw in het land siert en iedereen je bloed wel kan drinken.
Hoewel er geen naam van een land of plaats wordt genoemd, is duidelijk dat dit verhaal zich afspeelt in zuidwest-/centraal Azië of het Midden-Oosten. Een gebied waar veel alleenheersers zijn en waar het landschap in de film mee overeenkomt. De acteurs zijn in elk geval allemaal Georgiërs en dat is ook de taal die wordt gesproken. Maar omdat er – zeker in de genoemde regio’s – talloze landen zijn waar situaties als deze zich voordoen, heeft Makhmalbaf ervoor gekozen geen namen te noemen. Hij schreef het verhaal, samen met zijn vrouw Marziyeh Meshkiny, dan ook als een allegorie, met als belangrijkste boodschap dat tirannie niet alleen de samenleving als geheel beschadigt, maar zijn inwoners tevens doet laten geloven dat geweld veroorloofd is. De president loopt in zijn gedoemde vlucht namelijk tegen flink wat agressie en geweld op; beroving, verkrachting, doodslag en verraad; in de samenleving die hij creëerde is het kennelijk allemaal toegestaan. En hij mag het ook nog allemaal aan een onwetend, onschuldig kind van zes, zijn bloedeigen kleinzoon, gaan uitleggen. Het ventje wordt met zaken geconfronteerd waar hij nog helemaal niet mee te maken zou moeten en mogen hebben, en ook al begrijpt hij lang niet alles, het staat allemaal op zijn netvlies gebrand.
Dankzij grote thema’s als rechtvaardigheid, autoriteit versus chaos zijn er sterke vergelijkingen te maken met Shakespeares aloude ‘King Lear’-tragedie. Het rechttoe-rechtaan gebrachte ‘The President’ laat jammer genoeg weinig ruimte tot filosoferen en in zijn wens om een generalistisch en vereenvoudigd beeld te schetsen, legt Makhmalbaf zichzelf flink wat beperkingen op en blijft de film vlak, moralistisch en belerend. Niet dat de film daardoor niet overeind blijft, daar zorgen het prima acteerwerk van met name Gomiashvili en het treffende camerawerk wel voor. Maar van een cineast van het kaliber van Mohsen Makhmalbaf verwacht je gewoon net wat meer diepgang.
Patricia Smagge
‘The President’ draait in januari 2016 in de filmtheaters, in het kader van Movies that Matter On Tour.