Them – Ils (2006)
Regie: David Moreau, Xavier Palud | 77 minuten | drama, horror, thriller | Acteurs: Olivia Bonamy, Michaël Cohen, Adriana Mocca, Maria Roman, Camelia Maxim, Alexandru Boghiu, Emanuel Stefanuc, Horia Ioan, Stefan Cornic, George Iulian
De onthulling van de aard van de dreiging in het waargebeurde ‘Ils’ (“Zij”) is verontrustend, maar minstens zo beangstigend is de weg die hiernaartoe leidt. De opzet van de scènes, het camerawerk, het gebruik van (omgevings)geluiden: het werkt allemaal samen om een nagelbijtende film van zevenenzeventig minuten te smeden. De Franse filmmakers David Moreau en Xavier Palud werken nu reeds voor een Amerikaanse producent aan verschillende horrorremakes, waaronder die van Wes Cravens ‘The Last House On the Left’ en ‘The Eye’, de hitfilm van de Thaise gebroeders Pang. Het is misschien teleurstellend dat het geen origineel materiaal betreft, maar als ‘Ils’ één ding duidelijk maakt, is het dat de grote kracht van Moreau en Palud ligt in de uitvoering en niet zozeer in het verhaal zelf.
Immers, hoe origineel is het om een stelletje in een afgelegen huis belaagd te laten worden door een mysterieuze killer? Maar Moreau en Palud blijken zeer bedreven in de beeldtaal van horrorfilms en bezorgen de kijker een langdurig gevoel van onbehagen tijdens het kijken naar de film. Ruim een uur lang zit je in spanning en maak je je zorgen om het lot van de personages die in gevaar verkeren. Dit betreft voornamelijk het koppel Lucas en Clementine, maar ook de moeder en dochter die met hun auto van de weg raken weten de kijker bijzonder goed bezig te houden in de zenuwslopende proloog.
De aandacht wordt van het in slecht weer plaatsvindende autoritje afgeleid door de nadruk te leggen op de stroeve communicatie tussen de moeder en haar dwarse puberdochter. De kijker komt zo in een argeloze roes terecht, waarbij er alleen gelet wordt op de personages zelf en de kleine irritaties in de auto. Totdat moeder ineens iets op de weg ziet, moet uitwijken en vol op de rem trapt. Hun hart, en dat van de kijker, staat even stil. De irritaties van de dochter keren terug wanneer moeder de auto niet meer aan de praat krijgt. Dus moeder stapt uit, doet de motorkap omhoog en hier begint de echte ellende. Na wat vreemde geluiden en een ijswekkende schreeuw wordt het angstig stil. Een briljante manier waarop hier spanning wordt opgewekt is de omhoog staande motorkap die het zicht belemmerd. Als kijker heb je het gevoel dat de kap ieder moment naar beneden kan worden geslagen, waardoor het enge monster dat zich er ongetwijfeld achter bevindt, onthuld wordt. Een zenuwslopende opening. En interessant genoeg hebben de fricties tussen dochter en moeder juist de band bij de kijker verstevigd, aangezien ze elkaar nu juist zo erg nodig hebben en al het andere wegvalt. De sequentie is een geweldige binnenkomer en een goede indicatie hoe de film de rest van zijn speelduur de kijker bij de kladden zal grijpen.
Een stuk langer dan in de opening wordt de normaliteit en rust opgezocht in het leven van Lucas en Clementine en wordt er een band met ze opgebouwd. Ze zijn net gesetteld in hun mooie nieuwe huis in Roemenië wanneer er, op een nacht, ook hier de kalmte bruut wordt verstoord door directe dreiging buiten, en later ín het huis. Net als in het begin, komen de gedragingen van de personages realistisch over, waardoor de kijker zich niet direct al te veel zorgen maakt (al weet hij natuurlijk dat er iets dramatisch staat te gebeuren). Het is het bekende scenario: de vrouw hoort ’s nachts een geluid, maakt hierop manlief wakker, die hier maar slecht voor te porren is. Bovendien is het geluid natuurlijk weg wanneer hij eindelijk rechtop in bed zit en zelf eens goed gaat luisteren. Maar wanneer de man buiten gaat kijken, blijkt zijn vrouw toch geen spoken te hebben gezien. Oftewel, geen spoken van de denkbeeldige soort. Het is het begin van een praktische non-stop bedreiging van de personages, en een ophoudende aanslag op de zenuwen van de kijker.
De manier waarop regisseurs Moreau en Palud keer op keer de toeschouwer middels, onder andere, confronterend en dicht op de huid zittend camerawerk, perfecte kadrering, en goed getimede geluidseffecten de stuipen op het lijf weten te jagen, is bewonderenswaardig. Vooral de opgewekte anticipatie op wat er kan gaan komen, die ook al zo effectief aanwezig was in de openingsscène, maakt dat de kijker voortdurend met het hart in de keel de scènes beleeft. Nu wordt de spanningsboog niet al die tijd even hoog gehouden. Wanneer echt alle besluipings- of achtervolgingsscenarios aan bod komen, zet de vermoeidheid toch wel een beetje in. Lange tijd wordt het koppel namelijk in hun huis belaagd, maar in de laatste akte verplaatst de actie zich naar buiten en verliest het geheel toch wel wat aan intensiteit. Weer die vreemde geluiden, zonder dat de daders in beeld komen. En natuurlijk verstuikt één van de twee zijn enkel, en splitsen ze zich uiteindelijk op. Op een gegeven moment heb je het als toeschouwer wel een beetje gezien. Hoezeer de filmmakers de horrorclichés ook mogen beheersen in hun uitvoering, er is ook zoiets als overkill.
Toch blijft de film verbazingwekkend lang spannend en is het einde gelukkig weer een fijn kippenvelmoment. Niet zo vreemd dus, dat ‘Ils’ op het Amsterdam Fantastic Film Festival de Zilveren Meliès heeft gekregen voor beste Europese fantastische film. De film heeft dan wel geen ijzersterk verhaal, maar de filmmakers weten daarentegen als geen ander hoe je de kijker een dik uur lang hartkloppingen kan bezorgen. Kortom, gaat dat zien.
Bart Rietvink