Und wenn sie nicht gestorben sind… Die Kinder von Golzow – Das Ende der unendlichen Geschichte (2006)

Regie: Winfried Junge, Barbara Junge | 278 minuten | documentaire, geschiedenis

Jürgen, Petra, Christian en Ilona. Maar ook Winfried, Elke, Karin en Gudrun. En vergeet Bernhard en Eckhard niet. Het zijn de kinderen van Golzow, een Oost-Duits provinciestadje waar begin jaren zestig een begin werd gemaakt voor een bijzondere documentaire. Achttien klasgenootjes (allen geboren tussen 1953 en 1955) van de plaatselijke lagere school waren door Karl Gass – een van de belangrijkste documentairemakers van de DDR en initiator van de propagandistische DEFA-filmstudio’s – uitverkoren. Zij zouden decennia lang door filmmaker Winfried Junge en zijn vrouw Barbara gevolgd worden. Zo ontstonden er achttien portretten van mensen die opgroeiden in de ‘socialistische heilstaat’. Te zien is hoe ze een maatschappelijke carrière opbouwen, maar ook tegen welke persoonlijke problemen ze aanlopen. De opnamen werden pas in 2006 afgesloten. Van de in totaal ruim vijftig uur film is de vierdelige documentaire ‘Und wenn Sie nicht gestorben sind’ gemaakt. In 2006 verscheen ‘Und wenn Sie nicht gestorben sind… – Die Kinder von Golzow, Das Ende der unendlichen Geschichte’ (deel 1 en 2) en in 2007 ‘Und wenn sie nicht gestorben sind – dann leben sie noch heute…’ (deel 3 en 4).

Lang niet alle achttien kinderen komen aan het woord in dit vierluik. Van sommige kinderen, die een bijzonder verhaal te vertellen hebben, verschenen eerder al aparte deeldocumentaires. Bijvoorbeeld over de tragische Brigitte, een levenslustige vrouw die al op haar zeventiende moeder werd maar op slechts 29-jarige leeftijd aan een hartstilstand overleed. Of de reislustige Dieter, die onder alle omstandigheden positief is gebleven. Hen zien we kortstondig in de archiefbeelden van de vroegste jaren van deze klas, als de kinderen pas zeven jaar oud zijn, tot hun examenjaar als ze zestien of zeventien zijn. Van de kinderen die we wel uitgebreid leren kennen in deze vierdelige documentairereeks, zijn afzonderlijke, chronologische portretten gemaakt. Niet alle geportretteerde kinderen hebben evenveel meegemaakt. Met name degenen die politiek actief werden hebben een indrukwekkend verhaal te vertellen. Zij krijgen dan ook veel meer zendtijd dan anderen. Onder hen Winfried, die zichzelf in de nesten werkte toen hij – als partijlid – zijn opleiding niet volledig afrondde en dit pas later bekendmaakte. Gudrun, dochter van een vooraanstaand plaatselijk partijlid, zat vol politieke ambities. Het meisje dat ooit kok wilde worden, schopte het zelfs tot burgemeester in een klein plaatsje in de buurt van Golzow.

Een belangrijk onderdeel van de portretten vormt de periode rond de val van de Berlijnse Muur in 1989 en de Duitse eenwording elf maanden later. De levens van de Oost-Duitsers veranderde in die tijd drastisch en niet altijd ten goede. Opvallend is de grote werkloosheid, ook onder de vroegere kinderen van Golzow. De burgemeesterspost van Gudrun kwam op de tocht te staan toen de socialistische partij (SED) in 1990 enorm veel stemmen verloor. Wanneer Winfried Junge haar begin jaren negentig opnieuw opzoekt, leeft ze van een uitkering. Haar opleiding is ineens weinig meer waard. Of de Golzowers (die overigens lang niet allemaal meer in hun geboorteplaats wonen) echt gelukkig zijn, waagt Junge te betwijfelen. Eveneens opmerkelijk is het grote aantal echtscheidingen, wat allicht te maken heeft met het feit dat vrijwel alle geïnterviewden al jong (rond hun twintigste) trouwden. Gudrun, die lange tijd alleen maar met haar carrière bezig was, is altijd alleen gebleven; iets wat ze duidelijk betreurt maar niet openlijk toegeeft. De oplettende kijker heeft haar echter al eerder horen vertellen dat ze verlangde naar een gezin. In zekere zin verlangen de Golzower terug naar die goede oude tijd in de DDR. Misschien was het niet ideaal, maar je wist in ieder geval waar je aan toe was. Voor de inwoners van de DDR viel er met de val van de muur een basis weg, waarna ze tijd nodig hadden om weer balans in hun leven te vinden. Tijdens de laatste opnamen, in 2005-2006, hebben de meeste de rust weer gevonden. Daar hebben ze dan wel vijftien jaar voor nodig gehad.

‘Und wenn Sie nicht gestorben sind’ is een diepgravende, boeiende documentaire die helaas wel vreselijk lang duurt. Juist vanwege die lengte zijn Winfried en Barabara Junge in staat geweest om zo gedetailleerd te werk te gaan, maar een film die 278 minuten duurt kijk je niet zomaar even weg. Wie de tijd neemt en de beelden op zich in laat werken, zal beloond worden. Dit is namelijk een belangrijk en intrigerend nostalgisch document dat inzicht geeft in de levens van een groep op het oog doodgewone mensen, die echter allemaal hun eigen persoonlijke verhaal te vertellen hebben. Interviewer Winfried Junge stelt veelal directe, soms confronterende vragen die voor de over het algemeen gesloten Oost-Duitsers zeer provocatief overkomen. Het is natuurlijk sowieso al niet niks om zo’n lange tijd een camera in de leven toe te laten, maar voor zij die opgroeiden in de DDR en niet zomaar alles konden zeggen of doen is het helemaal een overwinning. Junge durft deze mensen uit hun tent te lokken en krijgt daardoor onthullende antwoorden. Een reeks integere en boeiende portretten is het gevolg.

Patricia Smagge