Vive l’amour – Ai qing wan sui (1994)

Recensie Vive l'amour CinemagazineRegie: Tsai Ming-liang | 118 minuten | drama | Acteurs: Chen Chao-jung, Lee Kang-sheng, Yang Kuei-Mei, Lu Yi-Ching

De eenzame ziel en de grote stad. Als thema is die combinatie waarschijnlijk van alle tijden, maar ze beleefde een bloei in de ‘moderne’ 20e eeuw. Van de schilderijen van Edward Hopper tot de romans van Brett Easton Ellis, steeds weer ontdekten we dat de kleine mens geen maat is voor de grote stad. Verdoving door drank en drugs, zelfmoord, zinloze liefdes, en dat alles door de angst van een sociaal wezen om geïsoleerd te raken van zijn medemens.

Dat deze problematiek geen typisch westers verschijnsel is zien we in het Taiwanese drama ‘Vive l’amour’ (ironie is dus ook geen typisch westers verschijnsel). In dit trage arthousedrama uit 1994 ontmoeten we drie jonge mensen in de grote stad Taipei City. Mei werkt voor een makelaardij, Hsiao-kang is vertegenwoordiger, Ah-jung is een straatverkoper van de semilegale soort. Wanneer Mei en Ah-jung een onenightstand beleven in een te koop staand luxeappartement, beseffen ze niet dat in een van de slaapkamers Hsiao-kang zijn tijdelijke illegale intrek heeft genomen.

Deze aardige premisse krijgt geen verhalend vervolg. We volgen de drie personages terwijl ze hun werk doen, door de stad slenteren en elkaar af en toe ontmoeten. Een echte band krijgen ze niet, het blijven drie eenzame zielen in een grote stad. Als een levend schilderij van Hopper.

‘Vive l’amour’ heeft volop kwaliteiten, maar wat de film níet heeft zijn geloofwaardige karakters. Het zijn normale, redelijk sociale types, maar ze leven hun leven in een volledig isolement. Waarom ze geen vrienden hebben, geen familieleden spreken, zelfs geen vage kennissen? We weten het niet en we geloven het niet. Alleen Hsiao-kang heeft misschien een geldige reden voor zijn eenzaamheid, de andere twee lijken op aliens die niet in staat zijn om echt contact te maken met aardbewoners.

Doodzonde, want dit drama heeft volop te bieden. Ook zonder plot zijn de losse scènes de moeite waard en betekenisvol. Hsiao-kang als toeschouwer bij een vreemde bedrijfsworkshop, Mei smachtend in bad, Ah-jung als stille verleider. De stilte beperkt zich niet tot Ah-jung, de film kent nauwelijks dialoog. De stadsgeluiden zijn dan weer hard en schel, contrasterend met de vredige stilte van het appartement. Ook visueel is het genieten van ‘Vive l’amour’, met flink wat mooie vondsten, veel symboliek en een fraai kleurenpalet. Dat alles maakt dit Taiwanese drama nog niet de klassieker waarop je hoopte, maar de moeite waard is het zeker.

Henny Wouters

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 2 maart 1995
Bioscooprelease: 10 januari 2019 (re-release, digitaal gerestaureerd)