Wassup Rockers (2005)

Regie: Larry Clark | 106 minuten | komedie, drama | Acteurs: Jonathan Velasquez, Francisco Pedrasa, Milton Velasquez, Usvaldo Panameno, Eddie Velasquez, Carlos Ramirez, Iris Zelaya

Larry Clark, de regisseur van onder andere ‘Kids’ en ‘Ken Park’, heeft duidelijk een voorkeur voor piepjonge tieners die een iets te volwassen leven leiden. De groep jongens uit ‘Wassup Rockers’ vond Clark toen hij voor een fotoshoot voor een Frans tijdschrift in het zuiden van Los Angeles op pad ging. Hij fotografeerde de jongens uitgebreid, en ze vertelden hem over hun leven in ‘South Central’. Op dat moment wist Clark dat hij hier meer mee wilde doen, en de verhalen die hij toen hoorde, verwerkte Clark uiteindelijk in de film. Hierdoor, en doordat de jongens allemaal hun eigen naam gebruiken, komt (vooral het eerste deel van) de film naturel over. De gebeurtenissen die later plaatsvinden, heeft Clark er wel zelf bijverzonnen.

De jongens zijn stuk voor stuk sympathiek en bijna aandoenlijk. Dat ze zwaar hun best moeten doen om de schijn op te houden van hun nonchalante gedrag en uiterlijk, is af en toe te zien, maar maakt het geheel alleen maar realistischer. Dat verveling voor veel jongeren een grote drijfveer is, wordt in deze film duidelijk gemaakt, waardoor je als kijker na verloop van tijd niet meer verwacht dat er nog iets gaat gebeuren. Het tempo van de gebeurtenissen die later in de film plaatsvinden ligt ook aanzienlijk hoger dan in het eerste (langere) deel van de film. Door de tempowisseling en de verrassende wending, is dit deel voor de kijker moeilijk te geloven en serieus te nemen. Hoewel er in feite verschrikkelijke dingen gebeuren, blijft de sfeer oppervlakkig en lacherig. Dit wordt versterkt door het gedrag van de jongens, dat lijkt te moeten tonen dat dit zomaar een dag als alle andere is.

Opvallend aan de film is dat er relatief weinig seks in voorkomt. Wel wordt er veel over gepraat (grootspraak) en lijkt het een aantal keer te gaan gebeuren, maar echt tot seksuele handelingen komt het niet. Dit is overigens geen gemis; een Larry Clark film kan ook best zonder. De scène waarin de jongens bij twee rijke meisjes in Beverly Hills thuis zijn, en dan vooral het gesprek tussen Kiko en een van de meisjes is qua dialoog een van de leukste en meest diepgaande momenten uit de film. Ook de aanvaring met de politieagent is erg komisch, hoewel ook de onrechtvaardigheid van de manier waarop de jongens wegens hun afkomst worden behandeld, er doorheen sluimert.

De bijrollen zijn een stuk minder naturel, maar daarom niet minder vermakelijk. Janice Dickinson (die we kennen als versleten actrice en bitchy jurylid bij ‘America’s next top model’) speelt een alcoholische actrice, die de schattige Kiko wel even een bad wil geven. Daarvóór waren de jongens al bij een Hollywoodacteur in de tuin beland, die sterk doet denken aan Clint Eastwood, wat wellicht slechts een pijnlijk geval van toeval is. Het gegeven is leuk, de jongens zijn leuk en anders, maar dit alles is niet erg origineel. Clark doet steeds weer veel dezelfde dingen; beter was misschien geweest om eens een echte documentaire te maken, en niet steeds te vervallen in een apocalyptische einde.

Ruby Sanders